De ‘basis van 8’ (kruispas binnen het vierkantje)

De kruispas dans je eigenlijk in iedere tango, vaak meerdere malen. Vaak ontstaat hij als gevolg van een gewichtsverplaatsing bij een van de dansers van het ene het rechterbeen van de leider is uitgelijnd met linkerbeen van de volger (zoals in de basispassen tijdens het lopen). Het is niet zo handig om altijd in gekruiste p

ositie te dansen, daarom wordt die kruispositie tijdens de dans ongedaan gemaakt. Mensen die wat ervaring hebben doen dat bijna ongemerkt, maar voor beginners is het lastiger. Door de kruispas in te bouwen in het ‘vierkantje’ ontwikkel je het gevoel ervoor en na verloop van tijd weet je niet beter meer, ook wanneer je andere passen danst.

Het filmpje met Aba Oadron en Diego Blanco aat zien hoe de kruispas tot stand komt en wordt ‘opgelost’.

De leider begint met een kleine stap naar achteren van het rechterbeen. Vervolgens met links opzij, dan met rechts een mooie haakse pas naar links en naar voren, een beetje links van je volger zodat je niet meer met de borst tegenover elkaar staat. Dat danst wat ongemakkelijk en die ’scheve’ positie moet worden gecorrigeerd; dat doe je na pas vier. Voordat of terwijl je als leider pas vijf doet, draai je je tors wat naar links waardoor je partner haar linkerbeen kruist voor haar rechterbeen en het gewicht houdt op het linkerbeen. Dan doet de leider pas vijf waardoor hij met beide voeten naast elkaar staat met het gewicht op het rechterbeen. Het is belangrijk deze beweging rustig uit te voeren, anders tuimelt de leider over de volger heen. Leider: wacht tot zij er klaar voor is en stevig staat. Pas daarna doe je pas zes. In stap zes ‘bevrijdt’ de leider de volger uit die positie: hij gaat met zijn linkervoet naar voren, de volger met de rechtervoet naar achteren.

Vandaaruit volgt de afsluiting: de leider gaat met zijn rechtervoet naar links, daarna sluit hij aan met links.

Het animatiefilmpje met Ana Padron en Diego Blanco doet je voor hoe de stappen worden gezet.